Er zijn een aantal andere compensatievormen dan alleen ploegentoeslag die op dit moment algemeen geaccepteerd zijn. In de 5-ploegendienst zien we naast de ploegentoeslag ook extra hersteltijd als compensatie. Niet alleen krijgen continuwerkers een (relatief hoge) toeslag, maar hun arbeidsduur is ook teruggebracht naar 33,6 uur per week. In de 3-ploegendienst daarentegen wordt vaak 36, of 38 of zelfs 40 uur per week gewerkt, mét een toeslag, maar zonder extra vrije uren, terwijl de drieploegendienst ook een behoorlijk belastend rooster is.
Het is de hoogste tijd om na te gaan denken over hoe we in de toekomst willen omgaan met het compenseren van fysieke ongemakken als gevolg van de ploegendienst! Moet de toeslag alleen een “tegenwicht” bieden voor het ervaren ongemak? Of kunnen we beter gaan zoeken naar “tegenwaarde-compensatie” om de duurzame inzetbaarheid van ploegenwerkers te versterken? Het gaat dan om maatregelen die bedoeld zijn om negatieve effecten van het werken in ploegendienst te beperken of weg te nemen. Denk hier bijvoorbeeld aan:
- Voorlichting aan werknemers op het gebied van gedrag: slapen, eten/drinken en bewegen
- Tips hoe nachtwerk beter te combineren is met het sociale leven
- Faciliteiten, bijvoorbeeld op het gebied van kinderopvang of veilig woon-werkverkeer
- Individualisering door maatwerkroosters
- Meeroosteren, versterking van medewerkerszeggenschap over werktijden.
En denk – last but not least – aan het belang van een goede rooster-ergonomie, waarbij de roosters zo min mogelijk verstorend zijn ten aanzien van de sociale en fysiologische ritmiek. Door de stijgende pensioenleeftijd wordt beleid om de ongemakken van het werken in ploegendienst te beperken steeds belangrijker. Dit beleid moet niet alleen worden gericht op de oudere ploegenwerker. Duurzame inzetbaarheid in ploegendienst wordt door werknemers opgebouwd gedurende hun hele werkende leven. Ook kan een alternatieve manier van roosteren mogelijk beter passen bij bedrijfs- en medewerkers eisen dan een ploegenrooster.